Medicatie
Naast een passende daginvulling en het ABC-schema kan een goed gedoseerde medicatie een kind met een meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis (MCDD) helpen. Er is geen medicijn die ontwikkelingsstoornissen kan genezen of verhelpen. Zeker niet bij gecompliceerde ontwikkelingsstoornissen. Medicatie kan wel een hulpmiddel zijn, gericht op specifieke symptomen, ofwel klachten, die iemand heeft. Voor medicatie is een stofnaam en een merknaam. De onderstaande tekst geeft alleen de hoofdlijnen weer waarin is gebruikgemaakt van de stofnaam:
Antipsychotica
Bij psychosen of overprikkeling kan antipsychotica worden voorgeschreven. Dit remt in de hersenen de effecten van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk van dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust. Er zijn klassieke antipsychotica zoals haloperidol, en atypische antipsychotica zoals risperidon of aripiprazol. Antipsychotica kunnen metabole bijwerkingen geven en bewegingsstoornissen. Een arts zal hier regelmatig op controleren.
Antidepressiva
Bij depressie of angst kan antidepressiva worden voorgeschreven. In eerste instantie wordt gekozen voor een SSRI (serotoninegeropnameremmers). Bijvoorbeeld citalopram of fluoxetine.
Dit regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een stof die een rol speelt bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen de angsten.
Stemmingsstabilisatoren
Bij stemmingswisselingen waarbij iemand manische en depressieve perioden heeft, wordt vaak gekozen voor een stemmingsstabilisator, zoals lithium. Anti-epileptica als valproïnezuur en carbamazepine zijn ook stemming stabiliserend en worden om die reden voorgeschreven. Deze medicatie heeft waarschijnlijk invloed op de overdracht van prikkels in de hersenen. De middelen kennen bijwerkingen als maagdarmklachten of bewegingsstoornissen (tremor). Lithium geeft ook risico op een nierbeschadiging. Een arts zal dit gebruik dan ook goed monitoren.
Anxiolytica
Deze middelen zijn gericht op het verminderen van angst. De grootste groep zijn de benzodiazepinen. Bijvoorbeeld oxazepam, lorazepam of lormetazepam. De middelen kunnen lang of kortwerkend zijn. Ze zijn versuffend en helpen angst, spanning en slaapproblemen te verminderen. Een nadeel van deze middelen is hun verslavende werking.
Soms worden bètablokkers voorgeschreven zoals propranolol. Dit verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart. Angstgevoelens en gespannenheid kunnen hierdoor afnemen.
Overige
Wanneer iemand ook symptomen heeft van ADHD, wat vaker in combinatie met meervoudig complexe ontwikkelingsstoornissen (MCDD) voorkomt, kan methylfenidaat of dexamfetamine helpen. Deze middelen zijn stimulerend en kunnen, bij gebrek aan concentratie en moeite met plannen en organiseren, helpen om aandacht en stemming te verbeteren.
Bronnen: Apotheek.nl;
Farmacotherapeutischkompas.nl.
Van der Gaag, R.J. (2011). MCDD typering en medicatie.
Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme, 2, 103-108
Loonen, A.J.M., & Hovens, J.E. (2012). Handboek functionele
psycho-farmacologie. Utrecht: de Tijdstroom.